Weerzien met Libanon

Rob Ancona, voormalig CSM van de ACie79-2, mei 2010
Zaterdag 1 mei 2010
Vol spanning en toch wel nerveus trek ik om 13.15 uur de deur achter ons dicht. De auto in op weg naar Schiphol. Na een uurtje rijden en een stevig regenbui kwamen wij aan op P3. De auto wegzetten en naar de bus die ons naar de vertrekhal zou brengen. Op Schiphol eerst geld wisselen, euro’s voor dollars.
Daarna rustig wat rondwandelen en koffie drinken. Zo tegen 16.00 uur waren we bij de balie van Lufthansa om in te checken. De laatste keer dat ik gevlogen had was in 1979, dus het was toch wel spannend. Om 18.30 uur vertrok het vliegtuig voor het eerste deel naar Frankfurt. Na een uur vliegen en een Duitse sandwich landden we op Frankfurt. Hier moesten we overstappen. Om 21.15 uur gingen we weer de lucht in op weg naar Beirut. De verzorging aan boord was top. Genoeg te drinken en een lekkere warme maaltijd (spaghetti met kip of noedels met groenten) .
Om 01.50 uur landden we op Beirut. Na de paspoort controle en het ophalen van de koffers werden we ontvangen door Chris van Laarhoven de reisleider, Mohammed onze gids en de loco burgemeester van Tyre. Deze verwelkomde ons en beloofde alle medewerking om ons verblijf zo goed als maar kan te laten verlopen. Daarna de bus in op weg naar Tyre. De klok stond toen al op 03.00 uur. Onderweg veel regen. Dat het land nog steeds onrustig is, was te merken aan de vele controleposten van het Libanese leger. Na het oversteken van de rivier de Litanie kwamen we in het gebied waar UNIFIL nog steeds opereert. De eerste Unifil post was van Korea. Zo tegen 04.15 uur kwamen we aan bij ons hotel. Dit hotel is volledig ommuurd met op de muren rollen prikkeldraad om ons te beschermen.
Na een welkomstdrankje en de ontvangst van de kamersleutel konden we proberen een paar uurtjes te slapen, wat niet echt lukte. Te veel te verwerken en over onzer slaap heen.’t Was namelijk al 05.00 uur.

Zondag 2 mei
Om 08.15 uur opstaan douchen en ontbijten, het programma begon om 10.00 uur met een voorstelronde en de uitleg over de komende week. Hierna een veiligheidslezing van een Kolonel van het Libanese leger. De briefing ging over de nog steeds veel aanwezige mijnen en ongesprongen granaten. Ook de nog steeds aanwezige oorlogsdreiging met Israel kwam ter sprake. Het geheel werd duidelijk gemaakt met reële beelden van de laatste oorlog in 2006. Hierna de bus in op weg naar Tyre. Als eerste gingen we naar de overblijfselen van de Necropolis. Indrukwekkende pilaren, graven en waterbassins. Mooie bomen en planten. Hierna gingen we naar het Hi (ook in Tyrepodrome en de Triomfboog. Deze overblijfselen zijn bekend van de film Ben Hur die hier is opgenomen. Na deze indrukwekkende bezichtiging konden we zelfstandig Tyre bekijken. Smalle steegjes vol winkeltjes en karren vol met koopwaar. Alles overdekt. Slenterend door de straten vielen ons de grote verschillen tussen arm en rijk op. De ontmoeting met een dementerende oude vrouw en een grote berg kakkerlakken waren de eerste rake indrukken. De dag werd afgesloten met een drankje in de haven. Terug in het hotel was het  even douchen, lekker eten en vroeg onder de wol.

Maandag 3 mei
Het hotel straalt, in een streek waar rijkdom armoede en ellende hand in hand gaan, rijkdom en rust uit. Het hotel is als het ware een aparte plek, ommuurd met prikkeldraad en bewaking. Zo af toe vraag je je wel af of dit wel juist is. Voordat we vertrokken kregen we eerst een indrukwekkende documentaire te zien over PTSS. De dag van vandaag wordt doorgebracht in het gebied waar de Pantser-Ondersteunings-Compagnie heeft gezeten. De eerste stop was in Quana. Hier bezochten we de grot waar Jezus, volgens de bijbel, water in wijn veranderde. Israel beweert dat dit op Israëlisch grondgebied plaats vond. Daarna gingen wij naar een UNIFIL monument. Hier zijn in 2006 9 Fiji Unifil militairen door een Israëlische beschieting om het leven gekomen. Ook vielen er heel veel burgerslachtoffers. De uitleg kwam van 2 mannen die alles hadden meegemaakt. Zij lieten ons ook verschrikkelijke foto’s zien. Na dit bezoek werden we spontaan uitgenodigd door 3 vrouwen die groenten aan het schoonmaken waren, om koffie te drinken. Ook werden we uitgenodigd om in de boomgaard achter het huis zelf acadenya (lekkere vrucht) te plukken. De volgende stop was bij de burgemeester/muktar van een dorp waar ook een Nederlands post is geweest. Hier werden we ontvangen met thee. In dit dorp was er een ontmoeting met een weduwvrouw die in onze tijd haar man heeft verloren. Zij omhelsde spontaan Lo en bedankte haar dat zij mij had afgestaan in die tijd. Onderweg hebben we nog een aantal posten bezocht en huizen kunnen bekijken. Ook werden zo links en rechts aan kinderen onze meegebrachte kleine cadeautjes gegeven. De oogjes van de kinderen straalden als zij iets kregen uit Holland. Wat deze dag heel erg opviel waren de vele militaire opstellingen inclusief tanks en de weinig zichtbare aanwezigheid van Unifil. In een van de dorpjes werden we omringd door kinderen. Een van ons (Laura 16 jaar, dochter van Gerard, een veteraan) moest aan de waterpijp. Na veel stops, veel foto’s maken stopten we langs de kustweg voor een drankje. De herinneringen gieren door je hele lijf. Aangekomen in het hotel was de eerste activiteit een duik in de Middellands zee. Lekker even ontspannen.Tijdens het diner was onze gast de Militaire Attachee in Syrie en Libanon. Na het diner kregen we weer een documentaire te zien uit onze Libanontijd. Na afloop gingen de meesten terug naar de kamer. In slaap komen was erg moeilijk. De vele indrukken, de herinneringen etc. zorgden hiervoor. Alles komt terug, maar gelukkig op een goeie manier.

Dinsdag 4 mei
De dag van de eerste officiële 4 mei dodenherdenking in Libanon. We kregen een blauw Polo-shirt (unifil kleur). Het Unifilmonument staat recht tegen over het hotel. Nadat we eerst even wat geoefend hadden en een drankje hadden gedronken gingen we naar het monument. De belangstelling was bijzonder groot.Er stond een Militair Orkest van het Libanese Leger. Een Peloton Libanese Militairen. Verder waren aanwezig: 1 generaal en 4 Kolonels van het Libanese leger, de burgemeester van Tyre, de Nederlandse Ambassadeur in Beirut, 2 Nederlands UNTSO officieren, Libanese pers, vertegenwoordigers van Unifil. De toespraak van de Ambassadeur raakte mij diep. Hij vertelde over zijn belevenis in 1979 met de Elnt Arie de Bruin. Arie was namelijk mijn plaatsvervangend compagnies commandant. Hij werd zwaar gewond en raakte toen verlamd. Ik had tijdens dat gevecht nog eens 5 gewonden. Na de toespraken, de Last Post, de volksliederen van Nederland en Libanon en het vlag ceremonieel werden de kransen gelegd. Ik was een van de kransleggers. De beveiliging was enorm. Overal waar je keek liepen of lagen gewapende militairen. Ook de aanwezigheid van drie ziekenwagens was niet echt optimistisch. Na de plechtigheid was er gelegenheid voor een drankje en een gesprek. Ik heb wat nagesproken met de ambassadeur  en hem het vervolg van Arie de Bruin verteld. Hij schrok zichtbaar toen ik vertelde dat Arie overleden is. Na deze plechtigheid hadden we 1 uur om bij te komen en wat te zwemmen. Om 13.00 uur op weg naar het Hiram ziekenhuis in Tyre. Dit ziekenhuis is neutraal en iedereen wordt er ontvangen en behandeld, geen uitzonderingen. Daarom ontvangen zij geen bijdrage vanuit de overheid. De directeur, steenrijk, betaalt veel zelf en is ook afhankelijk van giften.Vanuit Nederland (defensie) werd er een groot pakket medische apparatuur en medicijnen aangeboden. Dit alles in ons bijzijn. Jammer genoeg stond alles nog vast op Beirut. De broodnodige bureaucratie viert hier hoogtij. De overdracht werd dus symbolisch gedaan met een foto van de pallet. Bij ons vertrek uit Libanon stond de boel helaas nog steeds vast op het vliegveld. Hierna kregen we een Libanees hapjesbuffet aangeboden, wat weer superlekker en uitgebreid was. Na de lunch de bus in en op weg naar Naqoura. Hier is nog steeds het Unifil hoofdkwartier gevestigd. Hier konden we de benen strekken en de paar winkeltjes bekijken. Jammer genoeg konden we het hoofdkwartier niet in. Na deze stop werd het gebied van de Charlie compagnie bezocht. We lunchten op de plek waar in 1979 de sgt de Koning sneuvelde door een mijn. Een prachtige groene, idyllisch lijkende plek. Wel veel rotzooi en dooie beesten. Maar ja rotzooi is in Zuid-Libanon normaal, de mensen gooien alles gewoon van zich af. Op de terugweg naar de bus stonden we even stil bij het overlijden van de sgt de Koning. Dit deden we door iedereen een steen te laten leggen op de aanwezige steenhoop op de plaats van het ongeluk. Hierna een moment van stilte. Dan gaat er toch wel weer het een en ander door je heen. De avond werd doorgebracht op het landgoed/kasteeltje van de directeur van het ziekenhuis. Hier kregen we een Libanese maaltijd aangeboden. Eten en sterke drank in overvloed. Ook de waterpijp was aanwezig. Zelfs Lo heeft deze geprobeerd. Ook werd er Libanees gedanst. Wat een avond, vol gezelligheid en toch weer dat tegenstrijdige gevoel, dat er op zo’n korte afstand ook die armoede en ellende is. De terugreis verliep ook erg rustig. Was het de drank of de overpeinzingen?

Woensdag 5 mei
Vandaag naar het gebied waar ik heb gezeten. Als eerste naar Yatar. Dit dorp is in 2006 bijna geheel vernietigd. Nu was veel weer opgebouwd en veel was voor mij niet meer te herkennen. Op de plek waar de waterplaats was, staat nu een nieuw groot gebouw.Toen we de bus uit waren heb ik, samen met Lo, een vrouw gevraagd of zij wat herkende van de foto’s die ik mee had. Jammer genoeg wist zij niets. Of wilde zij het soms niet? We werden namelijk de hele tijd in de gaten gehouden door een Hezbollahlid op een motor. We gingen op zoek naar een vrouw (Batoul) die in 2006 haar zoon had verloren. Zij kon ons (volgens Chris) vast meer vertellen over het verleden van Yatar. En dat klopte. Samen met haar hebben wij het graf van haar zoon bezocht. Hierna werden we uitgenodigd op de saay/thee.Toen ik  mijn foto’s aan haar liet zien werd zij emotioneel. Zij herkende bijna alles en iedereen en kon mij vertellen wie er allemaal dood waren en wie er nog leefden. Mijn “wasmeisje”  Maria (Maryam) uit die tijd woont in Beirut. Veel van haar familie zijn overleden in de diverse oorlogen. Mijn kapper heeft een zaak in Tyre en onze tolk destijds, Ghalil, woont nu in Amerika. Over hem hadden wij gehoord dat hij door Israel vermoord was en dat was dus gelukkig niet waar. Op een van de foto’s herkende zij zich zelf. Zij was toen een meisje van een jaar of tien. Ik heb deze foto aan haar gegeven. De emoties gierden door mijn lijf en de tranen stonden mij en haar nader dan het lachen. De reactie en de uitstraling van Batoul toen ik haar de foto gaf, bezorgde mij kippenvel. Veel vragen zijn beantwoord. Haar kleindochter zat bij Lo op schoot en zat alles met grote ogen te bekijken. Met haar kleine cadeautjes stevig in haar handjes. De weg terug naar de bus zat vol herinneringen.

De volgende stop was Kafra. Ook hier weer veel veranderingen en ook weer veel herkenningen. De post (huis) waar onze boogtenten toen bovenop stonden, was nu beschilderd met hezbollatekens. Onderweg naar Haris stopten we bij het huis waar de MP heeft gezeten. Vanaf hier was onze waarnemingspost “de tepel” ook duidelijk zichtbaar.We lunchten ergens in een bos. De volgende bestemming was het weeshuis in Tibnin. Hier wonen meisjes van 3-18 jaar. Dit weeshuis is in 1979 ondersteund met de opbouw door Nederland. Nu wordt het ondersteund door allerlei instanties en ook Unifil. We werden ontvangen met thee, koffie en fruit en na een uitleg konden we even rondkijken. De meegebrachte kleertjes en speelgoed lieten wij achter in de ontvangstruimte. In Tibnin staat ook de ruïne van een kruisvaarderkasteel. En als echte toerist mag dit niet worden overgeslagen. We hebben hier kunnen genieten van de mooie vergezichten, de blik op Israel, van de oudheden en de prachtige natuur en de enorme bloeiende cactussen.

De laatste stop van deze dag was Haris. Haris was in mijn tijd de plaats van de centrale logistiek, de commandopost en het “ziekenhuis”. We konden voor Haris uitstappen om lekker te gaan lopen. Alvorens we weg konden werden we gewaarschuwd voor de aanwezige Hamalmilitie. Zij moeten zich af en toe laten gelden en laten zien wie er nu eigenlijk hier de baas is. Met name moesten we uitkijken wat we fotografeerden. Zodoende hebben we daar niet veel foto’s gemaakt. In Haris hadden we een ontmoeting met een man die onze aanwezigheid als 18 jarige had meegemaakt. Hij nam ons mee naar de plaatsen waar de Nederlandse logistiek eenheid had gezeten. De Nederlandse beschrijvingen en tekening (Ali Ben Bevo) zijn nog duidelijk aanwezig. Hij vertelde een aantal leuke verhalen. Ook hij bedankte Lo weer voor het laten gaan van haar man naar hun land. Ook memoreerde hij al het goeds wat wij bij de bevolking hebben achtergelaten. Toen Nederland in 1985 uit het gebied vertrok, stonden de mensen langs de kant te huilen. Toch weer een uiting en een blijk van waardering. Wij hebben als Nederlanders heel veel goeds gedaan! De huidige aanwezigheid van Unifil is (volgens zijn zeggen) niet waarneembaar en men krijgt ook niets terug van de huidige Unifillers. De volgende ontmoeting was met een Libanees, hij dacht dat ik ook Libanees was. Hij nam ons mee naar zijn winkel (fotowinkel) en liet een aantal foto’ s zien met Nederlanders erop uit die tijd dat wij er zaten.

Door gewoon lekker door de dorpjes te kunnen slenteren kom je dit soort gebeurtenissen tegen. De reis terug naar het hotel verliep in een roes. Bij het hotel aangekomen, zagen we dat de kransen bij het monument al gedeeltelijk gesloopt waren. De linten waren weg,1 krans was weg en alle rode bloemen waren van een krans afgehaald. Een dag vol emotionele ervaringen en zeer mooie herinneringen, waarbij heel veel van mijn vragen zijn beantwoord eindigde met een animatiefilm over de vernietiging van de 2 grootste Palestijnse vluchtelingenkampen. Een heftige film die er behoorlijk inhakte.Vanaf morgen gaan we de toeristische tour beginnen. We verlaten Zuid Libanon en gaan noordwaards.

Donderdag 6 mei
Op naar Beirut, een drukke wereldstad waar de tegenstellingen enorm zijn. Rijkdom en armoede zijn zichtbaar gescheiden. Waar je ook kijkt overal zie je, ook daar, gewapende militairen te voet en gemotoriseerd. We bezochten een mooie kerk en een moskee. Lo moest hier een soort toga met kap aandoen (Ja, ja, mannen mogen gewoon in de korte broek blijven lopen en vrouwen moeten zich compleet inpakken). Na een wandeling door het superdure winkelgebied (de PC van Beirut) en een bezoek aan het graf van de vermoorde president ging de reis naar Sidon (Saida). Als eerste bezochten we een kruisvaarderkasteel. Dit ligt in zee en heeft super mooie uitzichten op Sidon en de Middellandse zee. Hierna bezochten we een zeepmuseum waar we konden zien hoe in de 19e eeuw zeep van olijfolie geproduceerd werd voor alle hammams in de weide omgeving, en we bezochten een plek waar vroeger de handelaren bij elkaar kwamen om te handelen en te rusten (karavanserai).We konden lekker alleen de soukh (overdekte, ommuurde markt) bezoeken. Een wirwar van steegjes waar je zo de weg kwijt bent wat ons natuurlijk ook lukte. Bij aten bijeen man met heel veel lekkere hapjes. Natuurlijk moest hij met Lo op de foto. Via de oude kustweg gingen we terug naar Tyre. In de plantage van de burgemeester van Tyre hebben we heerlijk gegeten. Een barbecue met een drankje. De belevenissen van deze dag waren van een heel ander kaliber dan de dagen hiervoor. Maar ook voor geen goud te missen. Hier zijn ook de laatste beelden opgenomen van de film die over onze eerste dagen in Zuid-Libanon is gemaakt. Een leuk aandenken.

Vrijdag 7 mei
Zeer vroeg op want om 07.00 uur vertrekt de bus richting Baalbeck. Bij het ontbijt werd Lo gefeliciteerd met haar verjaardag. Ik had de avond ervoor, tijdens de barbecue mijn mond voorbij gepraat, zodat iedereen wist dat ze jarig was. De reis ging door het mooie Choufgebergte en de Bekaavallei. De eerste stop was in een dorp genaamd Deir-el-Qamar (monastery of the moon), een oud dorp, gelegen op een hoogte van 1500 m, met een scala aan oude gebouwen, nauwe straatjes en mooie planten. Heel opvallend was, dat het hier overal veel schoner was dan in het zuiden van Libanon. De volgende stop was Zahle, omgeven door hellingen met druivenplanten. Hier bevindt zich het oudste wijnhuis van Libanon. Na een uitleg en een rondleiding kon er geproefd worden. Daarna was Baalbeck de bestemming. Hier bezochten we ‘s werelds grootste en mooiste Romeinse schatkamers op archeologisch gebied. De tempels ter ere van Jupiter, Venus en Bacchus. Wat een schoonheid en wat een ervaring om hier rond te mogen lopen! Het is in het Noorden van Libanon wel toeristisch, alleen van drukte en overvolle parkeerplaatsen is niets te merken. Mohammed, onze gids, kon enorm goed het verhaal vertellen van zijn land, volk, religie, oorlog etc. etc. en op al onze vragen wist hij een antwoord. Na de rondleiding gingen we lunchen in een restaurant op de 6e etage met een mooi uitzicht over Baalbeck. Hierna waren we vrij om nog wat rond te lopen. Hier merk je de toeristische invloed, want de straatverkopers zijn niet van je af te slaan. Ze zijn gewoon lastig met hun troep die zij bestempelen als souvenirs. Gelukkig vonden we een winkeltje, waar we een T shirt hebben gekocht waar we rustig en supervriendelijk werden geholpen. De weg terug was weer indrukwekkend. Uitzichten op het gebergte met de sneeuwvelden, diepe dalen, hellingen met druiven en bossen. Bedoeïenendorpjes, doeken en stokken zijn de huisjes, en zigeuners in krotten zie je overal. De militaire aanwezigheid was alleen zichtbaar op de grote weg van Beirut naar Damascus. In Beirut kwamen we terecht in een verkeerschaos, 6 rijen moesten naar 2. Het recht van de sterkste. Een claxon en een rem zijn het aller belangrijkste. Maar onze chauffeur Habib, bracht ons er zonder kleerscheuren doorheen. Bij het passeren van de rivier de Litani kom je weer in een heel andere wereld, de wereld van Zuid-Libanon. Het diner vond plaats op het strand. Een barbecue met heel veel lekkers. Lo moest op de stoel en werd toegezongen. Een bijzonder gezellige avond na een zeer vermoeiende dag.

Zaterdag 8 mei
Vrij om te gaan en te doen waar we zelf zin in hebben. Wij kozen ervoor om naar Tyre te gaan. Hier hebben we lekker rond gekuierd in de Soukh/overdekte markt en de grote groentemarkt. Een kakofonie aan geluiden en dan al die geuren door elkaar. De ontelbare kramen en winkeltjes maken alles nog onoverzichtelijker. De lunch hebben we gebruikt in een”Libanese snackbar”. Ik was hier bijna de enige man en het was hier chaotisch en ik snapte er niets van. Maar ik kwam toch naar buiten met 2 gevulde Libanese broodjes. Hierna hebben we kriskras door Tyre gelopen. Smalle straatjes en steegjes. De mensen leven hier op straat en arm en rijk waren ook hier duidelijk aanwezig. De terugweg naar het hotel hebben we via de boulevard gedaan. Hier was zichtbaar dat Tyre zich aan het voorbereiden is op de vakantieperiode. Strandtentjes worden opgebouwd in en rondom de grote troep en vuilnis.Voor ‘t hotel was er een grote militaire bedrijvigheid aan de gang. Het Libanese leger samen met Unifil waren in grote getale aanwezig. Waarom ? geen flauw idee. De rest van de middag hebben we op het strand doorgebracht. Wat kletsen met elkaar en lekker een duik in zee. s ‘Ávonds hadden we een afsluitend diner in een restaurant in Tyre. Hier gingen we met de bus naar toe. Na afloop zijn we met z’n zessen terug gaan lopen. Op de weg voor het hotel was men met auto’s aan het stunten. Keihard rijden en dan 360 graden ronddraaien. Tegen het verkeer in, dat kan gewoon want er is toch geen politie aanwezig. De laatste nacht in een verscheurd, onberekenbaar, onrustig maar bijzonder mooi land.

Zondag 9 mei
Na het ontbijt inpakken,nog even wat dollars pinnen en wachten op het tijdstip van vertrek. Om 12.00 uur uitchecken en de bus in. In de bus ontvingen we een soort medaille die de Libanese regering aan Unifil heeft gegeven. Alleen Nederland heeft deze nooit ontvangen? Ook kregen we de film die deze week gemaakt is. In Beirut een zeer gemeend afscheid van Chris en Mohammed. Daarna van de ene paspoort controle naar de ander. Toen we opgestegen waren werd ik door Hans in contact gebracht met een Libanese man die toevallig naast hem zat. Hij woonde in Yatar en was 10 jaar toen ik daar in 1979 was. Ik heb met hem zitten praten en zijn adres gekregen. Ik ga al mijn foto’s nakijken en overal waar mensen opstaan in de omgeving van Yatar ga ik naar hem opsturen. Toeval bestaat niet. Hij gaat ook nog een foto voor mij maken van mijn post in Yatar, waar ik zelf helaas deze week niet geweest ben. Na de overstap in Frankfurt landden we om 22.40 uur op Schiphol. Koffers pakken en afscheid nemen. Ik kan je vertellen dat dat laatste niet makkelijk was, gezien de gezellige, warme en emotionele band die we in deze afgelopen week met elkaar opgebouwd hebben. Daarna de auto in en op weg naar huis.

Een ervaring die we gaan proberen te delen met anderen. Dat dit zwaar gaat worden daar ga ik van uit. Net als in 1979 zullen mensen soms niet begrijpen waar je het over hebt. Dagen na terugkeer is de vermoeidheid nog steeds aanwezig. Zowel bij Lo, als bij mij. Het gewone leven in Nederland wil nog niet echt op gang komen. Veel te veel indrukken en op het moment ook weer daar willen zijn. Een rare gewaarwording, maar het land pakt je op de een of andere manier. Mohammed zei het al en het klopt. Maar het is het waard!!! Het delen van onze bevindingen binnen de eigen kring is geen enkel probleem. De kinderen zijn ontzettend blij voor ons en begripvol en daarbij ook nog trots!!!! Daarbuiten zo af en toe toch weer het gevoel dat ik ook had bij mijn terugkeer in 1979. “Jullie zijn toch gewoon lekker op vakantie geweest.” Maar ook heel goeie reacties gelukkig. Libanon een land van uitersten. Overal waar je kijkt zie je kapotgeschoten en verwoeste huizen en toch wonen hier mensen in. Onderweg komen we veel plantages tegen met bananen, citroenen en sinaasappelen. Ook veel wegversperringen. De camera’s moeten dan uit het zicht want militairen etc. mogen niet op de foto’s gezet worden. Onze komst is van te voren aangekondigd en met onze ID om de nek mogen we onder begeleiding van Mohammed overal naar toe. Niemand komt namelijk het gebied in zonder toestemming. Zuid-Libanon is een prachtig land met de Middellandse Zee op de achtergrond, zijn bergen, wadi’s (dalen) en zeer veel planten en bloemen maken indruk. Maar het zit ook bomvol militairen, prikkeldraad, roadblocks en de vele splintergroeperingen die roepen dat zij de macht hebben in het gebied. Zuid-Libanon zit ook vol met bijzonder vriendelijke, hartelijke en gastvrije mensen. Zij praten graag met ons en nodigen ons ook direct uit voor de thee of koffie. Overal horen wij verhalen over de bijzonder goede indruk die wij als Nederlanders hebben achtergelaten. Overal voelen we de dankbaarheid van de bevolking richting Dutchbat.
Het sanitair onderweg is een boom, een rotsblok of een Frans toilet zonder spoeling. Alles went, vergelijkbaar voor ons met onze tochten in de Alpen zonder fatsoenlijk sanitair. Het diner bij de directeur van het ziekenhuis was een uitzonderlijke ervaring. 700m boven Tyre in een oase van groen en weelde. Een oprijlaan met aan het eind zijn “stulpje”. De vergelijking met een kasteeltje was wel op z’n plaats. Hij komt uit een steenrijke familie en doet met zijn rijkdom gelukkig aardig wat goede dingen, o.a. de bouw/financiering van het ziekenhuis. Wij konden vrij in zijn huis rondlopen. Slaapkamers, badkamers, keuken garage, zitkamers, kortom overal mochten we komen en kijken. Overal alleen maar luxe en weelde. Het aangeboden buffet was enorm. Ongedwongen, super gezellig en bijzonder lekker, al die Libanese gerechten. Ook aanwezig was een gedeelte van de medische staf van het ziekenhuis. De hele avond hebben we gesproken met veel mensen in het Frans en in het Engels. Steeds weer die dankbaarheid voor ons Nederlanders. Lo heeft lang gesproken met de accountant van het ziekenhuis. Hij wilde weten hoe wij Libanon ervaren. Hij bleef maar vertellen dat het een veilig land aan het worden is, dat in het grootste deel van het land veel toeristen komen, behalve in het zuiden natuurlijk. Maar hij begreep niet dat er nog steeds te weinig Nederlanders op vakantie komen. De uitleg van ons over de onveilige gebieden en de vele militaire activiteiten en daarbij de rotzooi op straat en de vele spanningen, dat begreep hij niet echt. Lo heeft ook geprobeerd uit te leggen dat wij geen “steenrijke” Hollanders zijn en er hard voor moeten werken om hier naar toe te kunnen komen. Toch wat verbazing van zijn kant hierover. Hij had veel belangstelling over onze kinderen en kleinkinderen. Veel kinderen in Libanon is een zegen. En uiteraard kwam er weer een uitnodiging om zijn gast te mogen zijn als we ooit weer in Libanon komen.

Mohammed, voor ons deze week een man uit duizenden. De juiste man op de juiste plaats. Hij heeft ook veel verdriet meegemaakt in zijn directe omgeving. Vooral de kennis die hij bezit over zijn land en hoe hij dit met ons deelde was super. Hij heeft ons verteld over de politiek, cultuur, het geloof, de verschillende groeperingen, tradities, de oorlog en nog veel meer. Zijn verhaal over de Palestijnse vluchtelingenkampen maakte op ons ook veel indruk. Deze kampen zijn helemaal ommuurd en vol met prikkeldraad. Overal militaire posten en controles. Hutjes, krotten en alles boven op elkaar. Open riool etc. etc. Geen geld en bijna geen eten en kleren. Geen paspoort en geen rechten. De mannen proberen wat te verdienen met een taxi, de vrouwen proberen groenten te verkopen of als kindermeisje te werken. De kinderen groeien op als ratten, volledig op zichzelf aangewezen als de ouders proberen wat geld te verdienen. Zodoende een kweekvijver voor het terrorisme. Dit mooie land is nog steeds niet veilig en is een kruitvat. De ellende, armoede en politieke/godsdienstige groeperingen zijn alles bij elkaar de bekende lont. De houding van Israel is niet te begrijpen. Maar laat ik daar maar over zwijgen! De herinneringen zijn onuitwisbaar. Hartelijke, liefdevolle en gastvrije  mensen. Veel verhalen, ook veel verdriet. Maar ook veel blijheid. Huizen, waar wij in Nederland onze neus voor op zouden halen. Half afgebouwd of gewoon in restanten gaan wonen .Rijkdom, echte rijkdom, maar ook ellende en armoede. Prachtige natuur met bloeiende bomen, zoals oleanders, bougainvilles, jacarinda’s, bloeiende cactussen, olijfbomen, vijgen, plantages met citroenen, sinaasappels, bananen, heerlijke acadenya’s, etc. etc. Bergen en zelfs eeuwige sneeuw. Veel zon en palmbomen, maar ook verkeerschaos overal. Een claxon en een rem zijn de belangrijkste hulpmiddelen. Een deuk meer of minder niet echt belangrijk. Met gevaar voor eigen leven een straat oversteken. Het elektriciteitsnet. Draden, overal waar je kijkt. Uiteraard ook regelmatig stroomuitval, ook in het hotel en in de restaurants. Heel veel militaire activiteit. Ook regelmatig een voelbare dreiging. Bijna overal in het zuiden rotzooi. De mensen gooien veel gewoon van zich af en opruimen ho maar. De heerlijke Libanese keuken met veel kleine hapjes. Heerlijke Arak!

Een land waar je verliefd op word. Een land wat je niet loslaat.